Archief: artikelen van
Maandag 12 Mei 2003 in categorie Baanbrekende denkbeelden, Politiek & Maatschappij
Bij bedrijven is het tegenwoordig heel normaal dat bepaalde diensten worden uitbesteed. Dat zouden wij als land óók moeten doen. Defensie bijvoorbeeld. Je gaat een beetje rondshoppen in Europa en laat offertes sturen. Wie Nederland het voordeligst wil verdedigen krijgt het contract.
Dit kost natuurlijk een paar centen, maar aan de andere kant gaat het ons vast ook een hoop geld schelen. Gaat u maar na... In de eerste plaats hoeven we geen militairen meer te betalen. Dat zijn allemaal ambtenaren en daarvan moesten er bij de voorgenomen bezuinigingen tóch al een hoop weg.
En dan al dat dure materieel! Hoeven we niet meer te kopen en te onderhouden. Annuleren maar, die JSF-order. Zet wat we hebben maar online in de aanbieding op Ebay.
Lees verder...
Zondag 11 Mei 2003 in categorie Politiek & Maatschappij
Gisteren reed ik langs 's heren wegen, eindeloos door de polder. Dan krijgt men tijd om na te denken. Bijvoorbeeld over zo'n rare, ouderwetse uitdrukking als 'langs 's heren wegen'... Die gaat allang niet meer op, want tegenwoordig rijden er behalve heren ook dames, en met name veel proleten.
Wanneer ik de autoradio aanzet, hoor ik dat volgens hoge ambtenaren een rijbewijs gemakkelijk te vervalsen is. Aan het weggedrag van sommigen te zien gebeurt dat regelmatig, maar daar hadden die ambtenaren het niet over. Zij doelden op de ongeschiktheid van het rijbewijs als '
ausweis' in het kader van de
identificatieplicht.
Dat is heel uitgekookt van die hoge ambtenaren. Het alternatief, een paspoort, is feitelijk niet bedoeld om altijd bij je te dragen. En dus zal er wel weer een apart document moeten komen. Wij zijn met zijn allen natuurlijk niet zo naief dat wij denken dat de overheid dat gratis uitdeelt. Nee, ik gok dat wij hiervoor minstens vijfentwintig eurootjes in de staatskassa mogen deponeren.
Ik adviseer u om op elk moment dat u straks gevorderd wordt uw
ausweis te tonen, daar een tegemoetkoming voor te vragen. U bent verplicht het document te laten zien, maar niemand heeft gezegd dat u dit
gratis moet doen. Zo verdient u weer wat terug van het geld dat u dankzij Donner uit de zakken is geklopt.
Langs 's Rijks wegen rijden veel proleten...
Zaterdag 26 April 2003 in categorie Politiek & Maatschappij
Het zal ons toch niet gebeuren dat wij straks een kabinet krijgen van CDA, VVD, SGP en de Christen Unie? Ik ga het niet opzoeken, maar het zou best eens kunnen zijn dat we dan zitten opgescheept met één van de meest rechtse kabinetten uit de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Bovendien vraag ik mij af of op die manier de scheiding tussen kerk en staat nog voldoende is gewaarborgd. Maar het ergst van al is wel, dat wij dan vier jaar lang al die prekende hoofden als fijnchristelijke screensaver op ons televisiescherm hebben.
Neem
Bas van der Vlies, de bonkige voorman van de Staatkundig Gereformeerde Partij, welke eigenlijk geen politieke partij is, maar een politieke Herensociëteit. In dubbele zin, want men dient zowel de Heer als de heren der schepping. Vrouwen worden niet toegelaten tot deze club. Zijn vierkante granieten kop is Gods politieke pressiemiddel op aarde, hij is freelance prediker van het Woord en voormalig wiskundeleraar. Rechtlijniger kan het haast niet. Hij heeft vijf kinderen, waarvan het me niet zou verbazen wanneer zij allen bekend zijn bij Warchild. Je zult namelijk maar opgroeien in zo'n gezin... Ik zie al helemaal voor me hoe vader Van der Vlies met stentorstem de Bijbelse Leerstellingen over tafel bralt, de nagelborstelwenkbrauwen fronsend, de lijvige Statenbijbel om je oren rammend wanneer je het waagt onder het gebed maar even met je ogen te knipperen. Zijn woord is Gods Woord en dus bij voorbaat Wet. Dat wordt nog wat in het kabinetsberaad, want het Gereformeerde Opperwezen waag je niet te interrumperen.
Er staan ons zware tijden te wachten als een dergelijke regeringsploeg de macht krijgt. Ik krijg haast medelijden met Gerrit Zalm. Die moet straks bij elke kabinetsvergadering vooraf eerst een uur bijbellezen uitzitten. Met weemoed denkt hij terug aan dat gezellige Paars.
De bede gaat nooit meer uit de troonrede, sterker nog: de héle troonrede wordt vervangen door een bede. Als we niet uitkijken wordt straks in het zondige Nederland het Gereformeerd Recht ingevoerd, een gristelijke variant op de Sharia...
Laten wij allen bidden dat dit niet doorgaat!
Zaterdag 26 April 2003 in categorie Politiek & Maatschappij
Is het u wel eens opgevallen? Politieagenten spreken altijd over elkaar als 'de collega's'. Natuurlijk verwijzen alle mensen die in een eenzelfde bedrijf werken naar elkaar als zijnde collega's, maar minder nadrukkelijk. Men heeft het hooguit over
mijn collega('s). Sommige dames spreken onderling zelfs graag over 'een collegaatje'. Hoe dan ook, het klinkt allemaal toch wat losser dan bij de politie. Daar heeft men het steevast over
de collega's. Dat
'de' hoort er absoluut bij, de politie heeft wel iets weg van een
clan.
Normaal gesproken noem je alleen mede-werknemers die je daadwerkelijk ként 'collega's'. Voor de rest zijn het bijvoorbeeld 'die lui van het hoofdkantoor' of 'die klojo's van de directie'. Zo niet in ons politie-apparaat. Voor randstedelijke smerissen zijn onbekende dienders die langs de verre en verlaten dorpswegen van Wittewierum in Oost-Groningen patrouilleren nog steeds
de collega's. Wanneer een politievakbondsman over zijn leden praat, blijft hij volharden in dezelfde aanduiding. Waarschijnlijk is het een accentuering van teamgeest, solidariteit, lotsverbondenheid. Wordt dit er soms op de politieschool al ingeramd? Vaak valt het woord 'collega' dermate frequent, dat ik niet meer weet of ik het vermakelijk dan wel een pietsie irritant moet gaan vinden.
Onlangs deed ik aangifte van het feit dat
mijn kentekenplaten waren gestolen. Ik moest eigenlijk dringend naar Friesland. Dan maar zonder nummerborden, dacht ik. De dienstdoende
collega raadde mij dit af.
De collega's in Amsterdam zouden dit nog wel door de vingers zien, maar hij kon niet garanderen dat
de collega's in Friesland dit ook zouden doen. Nou, ik wist wel zéker dat de Friese collega's dit niet zouden doen, sinds mijn ervaring met een soort
Feldwebel van het korps Lemsterland, die mij 'een stukje verkeersopvoeding' gaf omdat mijn achterband per ongeluk tien centimeter
op de stoeprand stond in plaats van ernaast.
Bromsnor (sorry, collega) nam mijn aangifte op. In vol ornaat zat hij achter zijn bureau: koppel met pistool, pepperspray, handboeien, communicatiemiddelen en weet ik al niet meer. Ik kon mijn ogen er niet vanaf houden. Vooral de pepperspray intrigeerde mij: op de plaats van het stoere spuitbusje zag ik in gedachten baldadig een krakkemikkig pepermolentje van Blokker aan zijn riem bungelen.
Met twee vertwijfeld zoekende priemvingertjes ging de politieman de strijd aan met de computer. Ik moest mij voortdurend bedwingen om niet te zeggen "laat mij maar even", want ik tiep zelf tien vingers blind. Een half uur (!) later mocht ik eindelijk de aangifte ondertekenen.
Hier is al dikwijls in de media over gesproken: dit kan efficiënter. Zet een vingervlugge administrateur met Schoeversgetuigschrift achter dat toetsenbord, laat het desnoods nakijken en ondertekenen door een daartoe wettelijk bevoegd opperhoofd en stuur bromsnor in het blauw de straat op om te voorkomen dat mijn nummerborden worden gejat. Dus als we het tóch over collega's hebben: het Nederlandse politiekorps kan nog wel een paar rappe administratievelingen gebruiken!
Minder blauw achter het bureau, dáár gaat het over!
Woensdag 16 April 2003 in categorie Politiek & Maatschappij
Gisteren kreeg ik onverwacht Professor Janwillem Schrofer aan de deur. Denkt u nu niet meteen dat ik hier een beetje belangrijk zit te doen, want ik had nog nooit van deze sympathieke geleerde gehoord en ik veronderstelde aanvankelijk dat hij een Jehova-getuige was. Hij bleek echter niet van God gezonden, maar had zich aan mijn adres vervoegd in het kader van de jurering voor de Prix de Rome 2003, categorie Publieke Ruimten. Professor Janwillem Schrofer is namelijk directeur van de
Rijksakademie van Beeldende Kunsten. Zo'n man laat je nu eenmaal niet in de publieke ruimte voor je gesloten deur staan.
Eerder die morgen had ik reeds een raadselachtig telefoontje gehad. Na te hebben opgenomen, was ik getuige van een auditieve rondleiding door de kathedraal van Santa Cruz. Ik kreeg het vermoeden dat iemand per abuis zijn mobiele telefoon in werking had gesteld terwijl hij in de kathedraal rondliep. Ik hoorde het verhaal van de gids enkele minuten aan, maar besloot toen op te hangen om de beller niet op kosten te jagen. Ik had namelijk niet direct paraat waar Santa Cruz ook weer lag, maar het leek me ver weg genoeg om een gepeperde telefoonrekening op te leveren.
Het verhaal gaat nog verder terug. Vorige week belde een dame bij mij aan en vroeg mij door de intercom om mijn aandacht. Ook toen was mijn primaire reflex: Jehova getuige! Maar haar eerste zin bevatte niet de woorden 'toekomst', 'leven' en 'redding', dus ik hoorde haar even aan. Zij wilde mij de volgende dag filmen in het kader van de Prix de Rome en de Publieke Ruimten. Ik geef het hier wat knullig door de bocht weer, maar onze intercom is niet zo best, dus méér kon ik er niet van maken. Sorry, professor.
Ik was de volgende dag niet aanwezig, dus de culturele conversatie door de intercom raakte in de vergetelheid. Wél lag er een dag later een grote kleurige ansichtkaart in de brievenbus. En nog wel een hele bijzondere, want hier werd gebruik gemaakt van een techniek die ik sinds mijn kindertijd vrijwel niet meer had gezien. Zo'n foto met plastic ribbeltjes, die, wanneer je hem een beetje draait, een totaal ander plaatje laat zien. Ik heb uren zitten kantelen met die kaart, heerlijk! Enerzijds een foto van mijn torenflat, anderzijds de kathedraal van Santa Cruz. Dat 'anderzijds' weet ik echter pas sinds mijn gesprek met de professor, dus dat is dan toch weer een leerzaam stukje verdieping.
Eigenlijk heb ik zonder het aanvankelijk te weten een bijzonder kunstzinnige week achter de rug. Professor Schrofer wilde van mij vernemen of ik het verband had gelegd tussen het telefoontje en de kaart, welke beide afkomstig waren van de kunstenaar in kwestie. Helaas niet, moet ik tot mijn schande bekennen. Maar ik heb een goed excuus. De artistieke signalen die naar mij zijn uitgezonden waren nu eenmaal bij voorbaat kansloos tegenover ingeprente afweermechanismen die een moderne mens nodig heeft ten overstaan van al die mobieltjes en Jehova's.
Die ellendige Jehova-colporteurs ook! Die hoor je nóóit over kunst! De Evangelieën voorzien daar niet in. Hooguit een beetje besmuikte praat over Jezus en publieke vrouwen, maar niet over Jezus en de publieke ruimte! Bij mijn weten dan, hoor... Maar door
hun kwalijke reputatie had ik dus wél bijna een belangrijke delegatie van de Rijksakademie op de overloop laten staan! En dan was de arme kunstenaar, wiens project moest worden beoordeeld, de dupe geweest!
Dus Professor Schrofer, laat die Publieke Ruimtevaarder (m/v) alstublieft maar zo'n Rome-prijsje winnen, al is het maar om mijn gevoel van schromelijk tekortschieten enigszins weg te nemen. Want het was écht een
hele leuke kaart, hij staat bij ons op de piano, hij wentelt dagelijks door mijn handen, sinds jaren heb ik mij niet meer zo'n onbevangen
homo ludens gevoeld!
Dankzij de kunst is mijn smoezelige torenflat ineens een heuse kathedraal!
Zondag 06 April 2003 in categorie Politiek & Maatschappij
Eigenlijk moet ik mijzelf eens flink bestraffend toespreken, al betwijfel ik of dat helpt. Is het iets dat in jongetjes-genen zit en nu eenmaal niet te onderdrukken valt? Want vrouwen hebben er blijkbaar veel minder last van...
De kwestie is deze. Ik betrap mij erop dat ik in weerwil van mijn opvattingen, toch sensatiezuchtig naar oorlogsbeelden uit Irak zit te kijken. Maar ik ben tégen die oorlog, dus ik zou vol walging mijn blik van het beeldscherm moeten afwenden. Er gaat echter een macabere aantrekkingskracht van uit. Ik bespeur bij mij een ietwat verveeld gevoel van teleurstelling wanneer het Journaal overgaat tot de kleinere orde van de dag, zoals de kippenpest en de formatie.
In tijden dat ons Nederlandse leger ook al niks voorstelde, was ik dienstweigeraar. Omdat ik er niets voor voelde om in omstandigheden te geraken waarin ik een ander mens zou moeten doden. Dat kon ik niet met mijn geweten verenigen.
Anno 2003 zit ik zowat apathisch te luisteren wanneer bij de beelden van hevig kanonvuur tussen neus en lippen door wordt meegedeeld dat daardoor minstens duizend Irakese soldaten het leven hebben gelaten. Ok, het zullen geen fijne jongens zijn, maar we weten niet of ze daar vrijwillig stonden. En er eindigen daar toch duizend filmpjes van levens die waarschijnlijk ook vrouw en kinderen hadden, een vader en een moeder, ooms en tantes, neefjes en nichtjes. Levens die achteraf bezien voor niets liefdevol zijn grootgebracht, bij iemand in de klas hebben gezeten, verliefd zijn geweest of waarvan de melktandjes zijn bewaard.
Ik loop mee in vredesdemonstraties, maar als het op televisiebeelden aankomt ben ik kennelijk net zo geïndoctrineerd en gehersenspoeld als de
Fedayeen die voor Saddam hun vreugdevolle Kalashnikov-dansjes doen. Ik roep dat ik tegen de oorlog ben, maar ik mag er graag naar kijken. De strijd wordt mij geserveerd als een actiefilm, en dat soort beelden heb ik al in overvloed gezien. Wanneer er straks een aftiteling verschijnt zal me waarschijnlijk niet eens opvallen dat hier iets niet klopt. Hollywood ligt tegenwoordig in Irak en dankzij de Amerikaanse filmindustrie zijn we reeds volkomen immuun voor beeldgeweld. En dus komen ze ermee weg, wanneer in luttele seconden duizenden échte levens worden weggevaagd. En daardoor komt ook mijn veronderstelde geweten ermee weg, want de grens tussen schijn en werkelijkheid blijkt verdwenen.
Wanneer de glorieuze bevrijdingsactie van krijgsgevangene Jessica Lynch in het nieuws wordt uitgemeten, slaag ik er nog maar nét op tijd in mij tevens te realiseren dat het hier dus wél om een negentienjarig meisje gaat. Een meisje dat vrolijk en veilig in haar dorpje Palestine
(what's in a name) met de jongens had moeten lopen flirten in plaats van als krijgsgevangene ver van huis zwaargewond in een vijandelijk ziekenhuis te belanden, waar ze vervolgens door een fascistische bruut met de vlakke hand in het gezicht wordt geslagen. Wat deed ik eigenlijk zelf toen ik nog een kind van negentien was, maar natuurlijk vond dat ik geen kind meer was?
Het is ontluisterend bij jezelf te ontdekken dat je je in feite bij het geweld hebt neergelegd. Wanneer ik eerlijk ben, echt streng mijn beleving onder de loep neem, ontdek ik een stiekeme houding van: ik ben absoluut tégen die oorlog, maar nu hij eenmaal is begonnen kan ik er het beste ook maar een beetje van genieten.
Zover hebben ze mij dus gekregen, dát is kennelijk de Hollywood-variant van '
softening targets', het geweten van mensen dusdanig immuniseren voor geweld dat ze elke verschrikking ook in de werkelijkheid voor zoete koek slikken. Eigenlijk zouden we dat óók als misdaad tegen de menselijkheid moeten aanmerken.
Het wachten is nu op de uitreiking van de Oscars...
Zondag 06 April 2003 in categorie Persoonlijke notities, Politiek & Maatschappij
Eigenlijk moet ik mijzelf eens flink bestraffend toespreken, al betwijfel ik of dat helpt. Is het iets dat in jongetjes-genen zit en nu eenmaal niet te onderdrukken valt? Want vrouwen hebben er blijkbaar veel minder last van...
De kwestie is deze. Ik betrap mij erop dat ik in weerwil van mijn opvattingen, toch sensatiezuchtig naar oorlogsbeelden uit Irak zit te kijken. Maar ik ben tégen die oorlog, dus ik zou vol walging mijn blik van het beeldscherm moeten afwenden. Er gaat echter een macabere aantrekkingskracht van uit. Ik bespeur bij mij een ietwat verveeld gevoel van teleurstelling wanneer het Journaal overgaat tot de kleinere orde van de dag, zoals de kippenpest en de formatie.
Lees verder...