Archief: artikelen van

| Home |

 

kaal

Zondag 03 Maart 2002 in categorie Satire

Valt u ook op dat je de laatste tijd steeds meer kale koppen op tv ziet? En dan bedoel ik dus echt Pim Fortuyn-kaal, Wilfried de Jong-kaal, Pierre Wind-kaal, Rob Kamphues-kaal, Frits Wester-kaal. Begrijp me goed: ik heb er niets tegen, want je doet er niks tegen.
Integendeel, ik begin me eerder ongerust af te vragen of het soms mode is. Loop ik weer eens achter? Heb ik de laatste scheer-trend gemist? Loop ik onkaal voor paal? Kan ik mij nog vertonen met hooguit een vaag teruglopende haarlijn die zich slechts manifesteert in een paar 'Geheimratsecken'?
Moet ik al een tondeuse gaan kopen? Een extra donkere zonnebril tegen de reflecties?
Of is kaal een kwaal? Een beroepsziekte bij de televisie, te hete lampen ofzo? Bij weerman Erwin Krol zie je achter de wolken ook steeds meer de zon schijnen, om het zo maar uit te drukken.
Telly Savallas heeft het gelukkig niet meer hoeven meemaken. Die had zijn hele Kojak-carrière eraan te danken, aan kaalheid. Tegenwoordig was hij er niet meer mee opgevallen, ook al had hij ter compensatie nog zoveel lollies in z'n bek gepropt.
Andre Agassi heeft van de nood een deugd gemaakt. Scheert de schedel met Wilkinson. Kaal is kassa! Waar moet dit heen? Dat zal ik u vertellen: de huidige generatie jonge mannen is de natuur een slag voor. Als skin-head kan het niet meer, dat is te beladen geworden.
Nee, de huidige jongeheren gaan extreem, zij zoeken het 'down-under', zij scheren het scrotum.

Ik juich deze ontwikkeling toe. Het is modieus en toch niet opzichtig. Goed voor het zelfvertrouwen. Scheren maakt immers de man? Het ongezien trendy zijn binnen de beschutting van het boxershort geeft toch een bepaalde uitstraling naar de buitenwereld.
Zit ik nog met een laatste vraag: scheert Agessi ook zijn tennisballen?

wij bezien ook Dick Advokaat weer met andere ogen
kaal

paardenmiddelen (2)

Woensdag 27 Februari 2002 in categorie Satire

In de doucheruimte van het Marnixbad komt een oude baas naast mij staan. Hij laat de stroom water gelaten over zich heenkomen en staart naar zijn voeten.
"Ik heb zwemmerseczeem" zegt hij tegen niemand in het bijzonder, misschien wel tegen zichzelf.
"Lekker is dat!" zeg ik, "Kunt u dan niet beter slippers aandoen? Het is besmettelijk."
Hij houdt de blik op zijn schimmeltenen gericht en lijkt mij niet te horen.
"Het jeukt ontzettend, vooral 's nachts..." vervolgt hij zijn medische causerie. "Dan ga ik maar het bed uit."
"Ja, het leven is een strijd," zeg ik brutaal. Hij luistert toch niet.
Maar dan kijkt hij mij opeens aan met vervaarlijk priemende ogen. "Dan gooi ik er aceton over! Dat helpt. Tegen de jeuk. Dat zal ze leren!"
"Wie?"
"De paddestoelen! Eigenlijk zijn het namelijk een soort paddestoelen, die schimmels!"
Hij wendt de blik weer naar zijn champignonkwekerij.
"Je moet dus hun leefmilieu verzieken. Met aceton. Dat koelt, dat bijt, daar kunnen ze niet tegen..."
"Kunt u niet beter iets bij de dokter gaan halen?"
Hij snuift en negeert mijn suggestie.
"En daarna flink drogen! Want vocht vinden ze lekker, dus dat moeten we niet hebben!"
De oude man loopt abrupt onder de douche vandaan en gaat richting kleedkamer.
Daar tref ik hem even later aan, temidden van de herrie. Met een antieke haarföhn zit hij nauwgezet de ruimtes tussen zijn tenen droog te blazen. Zijn gezicht vertrekt af en toe van pijn door de hete lucht. Hij zet het apparaat uit.
"Ik ben vroeger kapper geweest!" verklaart hij trots.

lust even een weekje geen kaas
paardenmiddelen (2)

paardenmiddelen (1)

Dinsdag 26 Februari 2002 in categorie Satire

Er komt een man naar mij toe. Hij zegt:
"Dokter, ik heb zo'n last van kriebelhoest. Ugge."
Ik zeg: "U lijkt mij óók wat verward..."
"Verward? Hoezo, dokter, ugge, ugge?"
"Dat lijkt me duidelijk. Ik zit hier op een bank bij het sluisje aan het Jaagpad, u komt naar mij toe, ik ken u niet, u noemt mij 'dokter' en u gaat in mijn gelaat staan spetteren!"
"U lijkt er anders verdomd veel op, ug..."
"Op uw dokter?"
"Ug!"
"Rookt u?"
"Af en t..ugge."
"Ik zou zeggen: draai een zwaar shaggie, laat het een beetje drogen in het zonnetje, steek hem op en inhaleer enige malen diep. Daarna weer uitmaken, want roken is een slechte gewoonte."
"En dat helpt? ghmm, ghmm?"
"Nicotine legt het trilhaar-epiteel stil. Stopt de kriebel. Medicinaal tabaksgebruik, zogezegd."
De man bietst een shaggie van mij en volgt mijn aanwijzingen op.
Even later: "Het werkt. De kriebel is weg!"
Ik zeg: "Natuurlijk! Particulier of ziekenfonds?"
"Maakt dat wat uit? Ik dacht dat u geen dokter was?"
"Ziet u nou hoe verward u bent? U dacht wèl dat ik dokter was! Uw eigen dokter zelfs!"
"De gelijkenis is treffend. Kwakzalver!"
Hij loopt weg. Ondank is 's werelds loon.

Niet goedgekeurd door de Gezondheidsraad. Gebruik op eigen risico!
paardenmiddelen (1)

stemming

Zondag 24 Februari 2002 in categorie Satire

Op sommige sites zie je van die emoticons waarmee je je stemming van dat moment kunt aangeven. Je kunt je aanmelden op imood. Daar doen ze in stemmingen.
Leuk idee, maar wat is het nut ervan?

Mood: happy.
Mooi, wij gunnen de betreffende weblogger dit fijne moment van harte.
Mood: aggressive!
Nut: snel wegwezen van die site voordat je een hengst voor je kanus krijgt?
Mood: horny. Aha, daar kan ik nog wat mee! Snel een geil verhaaltje posten op het reactieforum. Kan bij hem/haar misschien net even helpen de druk van de ketel te krijgen.
Daarna controleren of de mood verandert in 'satisfied' of 'fulfilled'.

Mood: disoriented. De keuzelijst van stemmingen is eindeloos lang. Wat nu te kiezen? Wat is mijn stemming eigenlijk? Zijn er geen Nederlandstalige gemoeds-toestanden? Tegen de tijd dat ik iets gekozen heb is mijn stemming alweer veranderd.
Mood: suicidal. Kijk, die durven ze niet aan. Bang voor schadeclaims natuurlijk.
Mood: dead. Serieus, die staat er wèl bij. Logisch, want dan is het leed al geschied, kan het geen kwaad meer.
Van enige nazorg is echter geen sprake bij deze stemming.
Want wat dan? 'Buried' staat er niet bij. 'Cremated' ook niet. 'Heavenly' dan? Niks daarvan, geen hiernamaals.
Kortom: lees eerst de bijsluiter.

bijwerkingen o.a.: sterke stemmingswisselingen.
stemming

huisdierplezier (2)

Dinsdag 12 Februari 2002 in categorie Satire

Ik woonde eens op een oude etagewoning. Op de tweede verdieping. Met buren boven die er nu niet toe doen en een oude buurvrouw beneden die er wel toe doet.
Vanwege haar had ik een brandblusser aangeschaft. Want ze liet nogal eens een pannetje droog koken. Maar dat was het ergste niet.
Het ergste was dat ze de grootste klets- en roddelbejaarde was die ik ooit ben tegengekomen. Wanneer die tegen je begon te praten kon je de komende anderhalf uur wel van je levensduur aftrekken. Nieuwsgierig als een papparazza. Een onophoudelijk snaterende vadsige gans.
Geen wonder dat zelfs Jehova's Getuigen ons portiek meden alsof de duivel er bordeel hield. U begrijpt: er was geen einde aan het leed wanneer ik haar tegen het lijf liep. Dat gebeurde vaak, want ze hield alles in de gaten. Luisterend aan haar voordeur, loerend vanachter haar vitrage.
De overloop van de eerste verdieping was voor mij een stuk vijandelijk gebied dat ik bijkans in tijgersluipgang moest oversteken. Negen van de tien keer lag zij in een hinderlaag. Klaar om mij aan te klampen.

Het gesprek op de overloop was haar nog niet voldoende. Ze zocht het zelfs hogerop, kwam regelmatig de trap op.

Het waren nog de tijden dat je in een trappenhuis je voordeur niet op slot deed. Het begrip privacy was haar volkomen vreemd. En dus stond zij al binnen, in het halletje. In mijn huis.

"Buuuurmaaaan?!" klonk het dan. Ze wachtte niet op antwoord. Zij ging direct voluit loos met een eindeloos wauwelverhaal. Ze had me nog niet eens gezien! Ze wist niet eens waar in huis ik mij bevond! Het maakte haar niet uit. Met haar hoge stem kakelde ze maar wat in de ruimte.
"Nu niet, buurvrouw, ik zit op de wc!"
Voor haar geen enkel beletsel. Ik besloot tot krachtiger verweer.
"Ik zit godverdomme te schijten, buurvrouw!"

Ik had het kunnen weten: dit feit was slechts een trivialiteit vergeleken bij hetgeen zij te vertellen had. Mijn bezwaar was niet ontvankelijk, werd genegeerd, ze leuterde onbekommerd verder.
Er restte mij niets anders dan mijn karwei met enige spoed af te maken en mij in het halletje te vervoegen.

U moet weten: ze had zowaar een man. Een sufgelulde oude baas. Hem hoorde of zag je nooit. Hij had zich uit zelfbehoud reeds uit deze wereld weggecijferd.
Ze had een doucheruimte. Daarin stonden de stofzuiger en de strijkplank. Zij ging liever éénmaal in de week naar het gemeentelijk badhuis. Maar haar man was te verzwakt om haar te vergezellen. Dit was geen bezwaar.

Zij had namelijk een geiser. Ze hielp haar stramme echtgenoot zich te wassen in de keuken. Op zeker moment waren zijn geel-eeltige voeten met kalknagels aan de beurt. Het krakend protest van zijn botten werd genegeerd en zijn rechtervoet werd in de gootsteen gedeponeerd. Tja, daar sta je dan, op één been balancerend voor het aanrecht. Machteloos overgeleverd aan het onbenul van je wederhelft.
Voortvarend draaide zij de geiser open. Die stond nog te heet. Buurman moest lijdelijk toezien hoe zijn onderbeen tot in de tweede graad verbrandde. Dat rook wel even ernstiger dan een drooggekookt pannetje.
Nu lag buurman enige dagen in het ziekenhuis. Hij zal gedacht hebben dat hij in de hemel was. En nog wel op kosten van het ziekenfonds!

Dit was in ultrakort bestek hetgeen zij mij te melden had. Lijdzaam stond ik haar in het halletje aan te horen. Ik had twee jonge katten. Een lapjes en een zwarte. Solidair zaten zij aan mijn voeten, de blik omhoog gericht naar het bleke vlezige hoofd van buurvrouw, verwonderd over die onophoudelijk open en dicht kleppende mondholte.
Buurvrouw legde onder het praten altijd haar hand op haar borst, ergens halverwege haar ruimbemeten boezem en haar onderkinnen. Tussen haar samengeknepen vingers hield zij een verfrommeld, wit katoenen zakdoekje. Ik rook de eau de cologne. Bij dramatische zinnen bewoog de hand met het zakdoekje zich naar haar keel, als om haar ontzetting emotioneel in toom te houden. Bij opgewonden zinnen gesticuleerde haar hand heftig boven haar borstgebergte.
Uit deze lichaamstaal leidde ik af dat buurvrouw de tragische voetwassing vooral als opwindend had ervaren, niet als iets dramatisch. Haar knuist met het zakdoekje wapperde vrijwel voortdurend en haast triomfantelijk. Ik probeerde nog naar de huidige toestand van buurman te informeren, maar zij ratelde onverdroten door. Het kreng.

Plotseling een duistere schicht. Buurvrouw slaakte een gil van afgrijzen, gevolgd door een panisch "O, o, wat doet ie nou?!!"
De zwarte kat had reeds geruime tijd gebiologeerd naar die druk bewegende hand zitten loeren. Haar kopje bewoog heen en weer, met de zakdoek mee, als het ware op het ritme van het gewauwel.
Op zeker moment had de kat er genoeg van en waagde de kolossale sprong. Trefzeker landde zij bij buurvrouw op de brede vensterbank, om zo te zeggen.
De buurvrouw deinsde ontzet achteruit, de overloop weer op. Ik voelde hoe een geweldig gevoel van trots mij doorstroomde: yesss!! Hé, zag je dat effe? Mijn kat! Wauw, wat een sprong! De vijand verpletterend verslagen!

Nou, ja, eh, nooit meer last gehad eigenlijk...

dat zie ik een hamster nog niet doen
huisdierplezier (2)

huisdierplezier (1)

Woensdag 06 Februari 2002 in categorie Satire

Mirjam dwaalt rond in een halfduister trappenhuis. Met haar twintig jaar is zij slank, elegant.
Niemand weet wat zij daar doet, maar wij zien haar daar wel vaker. Zij is zwijgzaam.
Wij vragen dus niet verder, in de wetenschap dat wij toch geen antwoord zullen krijgen. Er rest ons slechts haar zachte, soepel bewegende lichaam te bewonderen.
Beneden een geluid. Mirjam spitst haar oren. Zij is niet langer alleen in dit trappenhuis. Zij trekt zich terug in de veiligheid van een donkere hoek en maakt zich klein.
Voetstappen naderen over de treden, vergezeld van tikkende nagels op het kille beton. Het hart van Mirjam bonst in haar fragiele borstkas. De geur van gevaar wordt sterker.
Dan, van de ene seconde op de andere, scheurt de stilte en raast de echo van helse moordlust door het trappenhuis.
Jack the Ripper vliegt Mirjam naar de keel en laat niet meer los... Mirjam sterft ter plekke.

Vond u dit enigszins spannend? Anders die trut van een buurvrouw wel! Het was háár Jack Russell die zich vastgreep in de keel van Mirjam.
Mirjam is de kat van mijn zwager en zuster. Twintig jaar had zij de stress van een gezin met drie jonge kinderen doorstaan. Om uiteindelijk te worden gewurgd tussen de kaken van die agressieve kleine klerekeffer van de buurvrouw. Omdat buurvrouw te bedonderd was om het kwaardaardig gemuteerde misbaksel dat een hond had moeten worden aan de lijn te houden.

Vond u dit al spannender? Anders mijn zuster wel. Voor hetzelfde geld had mijn neefje van net anderhalf jaar in het trappenhuis gestaan met de flikkerende tanden van Jumping Jack Flash in zijn bekwijlde slabbetje.
En ook mijn zwager wel. Hij moest Mirjam tussen de kaken van het mormel uitwringen. Dat duurde nog wel even.

Mijn zwager heeft zich beschaafd gedragen.
Hij is iemand met mediterraan temperament. Hij schreeuwde alleen met woest rollende ogen tegen de buurvrouw:
"Ik vermoord jouw hond!"
Tot slechts drie keer toe. Daar had de buurvrouw dus geluk bij. Want ikzelf was niet aanwezig. Geen grootspraak achteraf: ik meen het serieus. Ik ben reeds dusdanig vaak door uitgerekend zo'n fel spleetlikkertje in mijn benen gegrepen dat ik ter plaatse ontoerekeningsvatbaar geworden zou zijn. Ik zou vandaag trots door het leven zijn gegaan als de uitvinder van de Jack Russell Shoarma.

Ik ben niettemin geen hondenhater. Ik had als kind zelf een hond. Een echte. Daar zag je er niet honderd van tegelijk in het park op een zondagmiddag.
Schadevergoeding was er niet bij. Voor de verzekering heeft een kat van twintig geen enkele restwaarde.
Wat blijft is dus de zoete voldoening van de dreiging die nog altijd in het trappenhuis hangt: "Ik vermoord jouw hond!"

de verborgen driften van verbal jam...
huisdierplezier (1)

het menselijk tekort

Dinsdag 05 Februari 2002 in categorie Satire

Ik moest een brief versturen. Een brief die zwaarder was dan normaal. Maar hoe zwaar? Ik had geen brievenweger. Ik woog hem op mijn rechterhand. En ik had werkelijk géén idee! Ik woog hem op mijn linkerhand. Hij leek iets zwaarder. Ik legde hem dus maar weer op mijn rechterhand, want dat leek mij dan in elk geval goedkoper, qua porto. Maar hoe zwáár? Hoe zwaar was die verrekte brief?

Toen ik daar zo'n beetje schaapachtig met die A4-envelop op mijn hand midden in de kamer stond drong ineens het menselijk tekort tot mij door. Ik kwam geschokt tot de conclusie: de menselijke evolutie staat stil! De mens had gelijke tred moeten houden met de veranderingen in zijn omgeving. Maar er is niets meer gebeurd. De ontwikkeling van onze fysiologie is ergens in een ver verleden opgehouden. Vastgeroest. Geen beweging meer in te krijgen.

Of iets zwaar of licht is wisten we tienduizend jaar geleden ook al. Maar hoe zwaar of licht? Ik zou toch zeggen dat de evolutie inmiddels ruim de tijd heeft gehad om te zorgen dat wij anno 2002 tot op de gram nauwkeurig en handmatig kunnen bepalen hoeveel postzegels er op een brief moeten! Zonder dit soort basisvaardigheden overleven we toch niet temidden van al die high-tech?

De menselijke evolutie heeft het er schromelijk bij laten zitten! Zeker als je het vergelijkt met de gigantische vorderingen in het begin. De evolutie anticipeerde vroeger veel beter op toekomstige ontwikkelingen. De geleerden hebben ons verteld dat wij vanuit zee het land op gekropen zijn. Ziedaar: er werden reeds in een vroeg stadium maatregelen getroffen, opdat wij niet ten prooi zouden vallen aan de hedendaagse overbevissing van de wereldzeeën!

Daarna zijn wij van viervoeters tweevoeters geworden. Wij gingen rechtop lopen. Hier werd dus al rap ingezien dat wij als soort onmogelijk konden overleven wanneer wij ons hele leven de kwalijke dampen uit het kruis van onze medemens zouden moeten inademen. Aaahhh: eindelijk frisse lucht!
We lopen hopeloos achter. Want het kan wel! Veel dieren zijn goed meegegroeid met de moderne ontwikkelingen. Een duif heeft geen GPS nodig. Een hond is een carnivoor, maar hij pikt een kilootje coke zo uit de container!

Hadden wij al niet al lang telepatisch moeten communiceren in plaats van geld over de balk smijten met zielige SMS-berichtjes? Is het niet diep tragisch dat ons brein de hulp moet inroepen van computers, zakjapanners, organizers en Windows XP? Is het niet om te janken dat wij ons tijdsbesef ontlenen aan een Casio-horloge in plaats van aan ons bioritme?

Volgens mij is het fout gegaan met de komst van de religie. We hebben zogezegd ons lot uitbesteed aan een externe manager. En die komt nooit uit z'n kantoor. Volgens mij voert ie geen donder uit.

Het is onze eigen schuld. Het wordt tijd dat wij tot bezinning komen. Gaat u er maar eens rustig voor zitten en laat de essentie van la condition humaine eens héél goed op u inwerken! Kies een mantra voor mijn part en zeg twintig keer hardop: brievenweger! Brie-ven-we-ger!
Inderdaad, waar hebben we het over!

waar koop je zo'n ding eigenlijk?
het menselijk tekort