Een gevoel van treurige armoedigheid

Donderdag 08 Oktober 2009 in categorie Grijze Golfslag

TeddybeerMijn ouders zitten allebei in hetzelfde verpleeghuis.
Op verschillende afdelingen, dat wel.
Het is er niet slecht, maar nog niet zo modern dat de cliënten al over een eigen kamer beschikken.
Hierdoor hebben ze geen enkele privacy. Geen plek voor zichzelf, behalve een bed met een prikbord erboven.
Voor wat foto's en ansichtkaarten.
Ze hebben ook nog een afsluitbare kledingkast en een nachtkastje.
Dat was het dan wel.

Iedereen heeft behoefte aan wat persoonlijk ruimte.
Een plek waar je ongestoord jezelf kunt zijn.
Of wat er van dat 'zelf' nog over is.
In elk geval een plek waar je desnoods onbespied in je neus kunt peuteren of aan je kont kunt krabben.
Het zijn tenslotte de kleine geneugten die 't 'm doen in het leven.
In een nog niet aan 'de moderne eisen' aangepast verpleeghuis moet je die missen.

Het schaap lag wel vaker onder het bed

Niet elke verzorgende is doordrongen van de noodzaak om het gemis aan privacy een beetje te compenseren met andere dingen.
Zoals het gezellig maken van de afdeling, een aai over de bol op z'n tijd, iemand een beetje optutten af en toe, een kletspraatje, een compliment over de kleding.
Binnen de instelling zijn er op dit gebied grote verschillen.
Zo is er op de afdeling waar mijn vader zit gezorgd voor een huiselijke sfeer, met gezellige oude meubeltjes en aan de wand allerlei tekeningen en schilderijen.
Op de afdeling van mijn moeder lijkt de gemeenschappelijke huiskamer op een kantine.

Door haar angsten en hallucinaties heeft mijn moeder bij voorkeur een rustige, geborgen omgeving nodig, met verzorgers die haar zoveel mogelijk geruststellen.
Ze zou ook baat hebben bij wat vertrouwde spulletjes van haarzelf.
Dat is in deze setting niet of nauwelijks haalbaar.

We brachten een knuffelbeer voor haar mee van uiterst zachte stof.
Dementerende mensen vinden dat soort dingen prettig, er gaat een geruststellende werking van uit.
Ik had het personeel gevraagd die beer zoveel mogelijk bij haar te laten.
Tenslotte zit ze de hele dag maar te zitten in haar rolstoel.
De volgende dag stond het arme beest eenzaam op haar bed, op het slaapzaaltje waar mijn moeder overdag niet zelf naar binnen kan gaan.
Ze kan nergens zelf in of heen, want ze kan niet meer lopen.

Een paar andere knuffels die zij al langer had, zagen er ook erg verwaarloosd uit.
Een schaap was onder het bed gevallen.
Ik raapte het maar weer op, want het arme schaap ligt daar wel vaker heb ik gemerkt.
Een grappig poppetje met een liefdevolle tekst op zijn buik hangt vastgepind op het prikbord.
In mijn gedachten zingt hij 'Always look at the bright side of life...'

Toen mijn moeder onlangs jarig was, hadden wij een probleem.
Wat kun je haar geven dat ze bij zich kan houden?
Want er is geen enkele plek waar ze zich overdag kan omringen met eigen spulletjes.
We hebben maar een fotoboekje gemaakt.
Haar een sjaal gegeven.
Een lekker geurtje.
Zijzelf vond het genoeg, maar wijzelf konden een gevoel van treurige armoedigheid niet van ons afzetten.

Tags: