De mus
Dinsdag 30 Juni 2009 in categorie Milieu, flora, fauna, Persoonlijke notities, Beeld en Geluid
Mussen zijn fascinerend. Ik ga de laatste weken vaak met ze om. Er ontstaat zelfs een zekere band.
Toen ze hun nest hadden onder de dakpannen bij de buren, was ik wel zo goed om af en toe een boterham neer te leggen of ze kruimels toe te werpen.
De mus is een standvogel. Dat betekent dat hij zomer en winter op dezelfde plek blijft wonen. Daarom heb ik besloten om onze eigen huismussen een naam te geven.
Ik noem de mannetjesmus Joop. Dat lijkt me wel een goede naam voor een mus. Het is tenslotte van oudsher echt een proletarische vogel. Die ga je geen Bernhard-Floris noemen of iets dergelijks.
Joop hipt stuiterend over mijn terras op zoek naar de kleinste kruimels die ik heb laten vallen. En dat zijn er meer dan ik zelf voor mogelijk hield. Ik observeer hem. Ik verwonder mij over de hoeveelheid slimheid die er geprogrammeerd zit in dat hele kleine koppie.
Toen Joop begin deze maand nog de verantwoordelijkheid droeg over een heel gezin, keek hij altijd nadrukkelijk rond voordat hij onder de dakpannen schoot. Nu is het kroost uitgevlogen, maar hij blijft nog steeds alert en kritisch.
Wanneer ik hem bijvoorbeeld een hoekje muesli-reep met yoghurtsmaak van Albert Heijn toewerp, pakt hij het op en vliegt standaard enkele meters verder. Je kunt het immers nooit weten met Albert Heijn, wat ze met de ene hand geven, pakken ze met de andere hand weer terug.
Vreemd genoeg seint Joop zijn echtgenote Truus niet in als hij iets gevonden heeft. Dit kon ik waarnemen toen ik een oude boterham had neergelegd. Truus vloog omslachtig een tuin verder, terwijl Joop als een gek de luttele meters heen en weer vloog tussen de boterham en het nest. Ik vond dit stom, maar best mogelijk dat Truus in haar wijsheid aldus zorgde voor een gevarieerde maaltijd. Of een strategie in de trant van: doe jij de boterham, doe ik het beleg.
Toen ik vanavond op het bankje bij de sloot zat, kwam Joop de hoek om scheuren bij de knotwilg. Hij wist blijkbaar precies waar hij heen wilde. Ik dacht daar over na. Is er bij een mus sprake van een zeker vermogen tot planning? Denkt hij: ik ga nu daar en daarheen vliegen? Een vluchtplan dus eigenlijk?
Het gaat minder goed dan vroeger met de mussenpopulatie. Misschien hang ik volgend jaar wel een nestkastje op voor Joop en Truus. Toen ik kind was hing mijn vader ook een nestkastje op in de volkstuin die wij toen hadden. Maar daar mochten geen mussen in. Veel te ordinair, vond mijn vader. Nee, hij wilde koolmezen. Het vluchtgat in de nestkast werd daarom afgestemd op het slankere postuur van de koolmees. Eigenlijk was dat pure discriminatie. Dat komt er nou van. Nu zitten we met een mussentekort.
Ik probeer nu lessen te trekken uit het verleden. Zo doen we dat tegenwoordig. Dan hoeven we ons niet schuldig te voelen. Ik ga het goedmaken met de mus. Ik laat bijvoorbeeld de ligusterheg staan en neem géén schutting van de Gamma. Zo'n heg schijnt namelijk ook musbevorderend te werken. Ik deel mijn buiten genuttigde maaltijden met de mus. Ik zet een vogelhuisje in mijn tuin.
Zoals gezegd ga ik dat nestkastje doen. Gek eigenlijk dat in dit overgereguleerde Nederland daar helemaal geen vergunning voor nodig is. En dat daar geen precariobelasting over geheven wordt.
Maar laat ik onze immer ijverige bestuurders niet op ideeën brengen. Ambtenaren scheppen hun eigen werk door steeds meer regels te bedenken die zij dan weer kunnen handhaven.
Ik dwaal zoals gewoonlijk weer af.
Wat kan ik nog meer doen?
Ja, ik weet het: ik beloof Joop en Truus dat ik nooit meer blij zal zijn met een dooie mus!
Joop in actie!
Tweet |