Pinpasfraude
Maandag 10 Maart 2008 in categorie Criminaliteit en recht
Er komt een dag dat zich aan de hemelpoort een vervelend mannetje meldt. Op zich niet opzienbarend, want dat zijn ze daar wel gewend, vervelende mannetjes. Sterker nog, ze hebben ze door de jaren heen wel erger aan de deur gehad.
Petrus vraagt aan dat mannetje of hij nog iets nuttigs heeft gedaan heeft met zijn leven.
Het mannetje biecht op dat hij zijn tijd heeft besteed aan het leeghalen van bankrekeningen van andere mensen.
Dat vindt Petrus dan niet zo best, vooral omdat een van die bankrekeningen van mijn bejaarde moeder was. En voor het beroven en bestelen van zielige oude mensen krijg je aan de hemelpoort nu eenmaal strafpunten.
Mijn moeder kon er zelf helemaal niets aan doen, want het vervelend mannetje had blijkbaar een vervalste pas gebruikt, niet die van mijn moeder. Die had ze namelijk nog, eentje met een heel ander nummer.
Hoe dat allemaal precies zat gaat Petrus nog even grondig uitzoeken. Eerst gaat Petrus proces verbaal opmaken.
Maar niet nu, want in de hemel zouden ze net gaan eten.
Petrus gaat eerst eten
Petrus gaat het mannetje heel vilein door hetzelfde traject loodsen als de gedupeerden.Dat betekent dus dat Petrus eerst gaat eten en het mannetje laat wachten tot de volgende dag. Dan mag hij terugkomen. Dat is geen pretje, want buiten de hemelpoort is het altijd guur. Ze hebben daar namelijk geen terrasverwarming.
Het mannetje probeert Petrus nog te vermurwen, maar Petrus heeft honger. Dus krijgt het mannetje een afspraak.
De volgende dag meldt het mannetje zich opnieuw. Petrus doet of hij van geen afspraak weet.
"Ja sorry, het systeem heeft plat gelegen."
Een rotsmoes natuurlijk, maar wat doe je ertegen?
Gelukkig voor het mannetje zit er net een collega van Petrus te lanterfanten. Hij heeft wel even tijd voor een verbaaltje. Je ziet meteen: die heeft dit vaker bij de hand gehad! Want de collega weet het leven van het vervelende mannetje dusdanig correct en meedogenloos samen te vatten, dat het mannetje zich een echte loser gaat voelen. Dat is ook de bedoeling.
Daarna moet het mannetje naar een andere afdeling.
Dat duurt opnieuw een dag, maar dat is het mannetje zijn verdiende loon. Dat hebben zijn slachtoffers immers ook moeten doen, steeds maar weer wachten.
'Wij gaan dit tot op de bodem uitzoeken!'
Op de andere afdeling doet het mannetje voor de tweede keer zijn ellendig verhaal. Tenslotte informeert hij voorzichtig of hij nu eindelijk door de hemelpoort mag."Niks daarvan, wij gaan dit tot op de bodem uitzoeken!" krijgt hij te horen. Dat duurt wel even! Uiteraard net zo lang als bij zijn slachtoffers indertijd.
En bij elkaar opgeteld is dat best lang. Dat is goed. Hij moet het wachten als een eeuwigheid ervaren.
Was hij nu maar braaf belastingambtenaar geworden in plaats van pinpasfraudeur! Dan had hij ook geld van andere mensen mogen afpakken, maar was hij waarschijnlijk wél direct tot de hemel toegelaten.
Gek genoeg doen ze dáár dan weer niet moeilijk over bij de hemelpoort!
De kaartlezer is listig beveiligd tegen skimmen
Nadat de zaak van het vervelende mannetje eindelijk na vele millennia is uitgezocht en afgewikkeld, krijgt hij van Petrus een pasje."Dat heb je nodig om de hemelpoort te kunnen openen," zegt Petrus met een nauwelijks waarneembare valse grijns op zijn gezicht.
Vol ongeduld stopt het mannetje het pasje in de opening van de kaartlezer die zich naast de hemelpoort bevindt. Eindelijk!
Het valt hem onderwijl trouwens op dat de kaartlezer listig beveiligd is tegen skimmen.
Er klinkt een piepje en op het schermpje naast de deur verschijnt de mededeling: 'Saldotekort! Onvoldoende goede daden!'
Het apparaat slikt de pas onmiddellijk in.
"Gunst, dat is nou pech hebben, hè?" gniffelt Petrus. "Misschien een deurtje verderop eens proberen?"
Tweet |