Acute vormcrisis

Donderdag 25 Februari 2010 in categorie Lijf en ledematen

Gouden medialleJe moet er absoluut een type voor zijn. Ik ben dat niet.
Voor topsport.
Nog afgezien van het feit dat ik er al veel te oud voor ben.
Zelfs als laatbloeier ga ik dat niet redden.

Ik ben tot de conclusie gekomen dat je als topsporter een monomaan karakter moet hebben. Je moet je gedurende lange tijd kunnen fixeren op één ding.
Ik zou me gaan vervelen. Ik heb afwisseling nodig. Op z'n minst zou ik de ene dag willen bobsleeën, de volgende ijshockeyen en na het eten misschien nog een halfuurtje langlaufen.
Met mijn conditie is dat geen realistische ambitie.
Nooit geweest trouwens.

Daar offer je dus je hele jeugd voor op...

Als je wél een type bent voor topsport, ga je een droevig leven tegemoet. Hoeveel goud je ook wint.
Want ik weet niet of ze je dit bij het NOC van tevoren vertellen, maar een Olympische gouden medaille bestaat voor 92 procent uit zilver en voor de resterende lullige 8 procent uit goud.
De geschatte waarde is rond de 150 euro.  
Plaats dit in de context van de vele miljarden die worden uitgegeven aan sportaccommodaties en televisierechten en je zou acuut en definitief in een vormcrisis raken.
Daar offer je dus je hele jeugd voor op.

Toegegeven, de eer telt natuurlijk ook.
Maar roem vervaagt snel.
Wie weet bijvoorbeeld nog dat Ria Visser in 1980 zilver won op de 1500 meter in Lake Placid?
Hooguit Mart Smeets, maar die heeft zich bij die gelegenheid dan ook serieus in haar verdiept.
Van dat laatste feit zijn de mensen overigens veel beter op de hoogte.

Ook de roem van Sven Kramer is nu voor eeuwig gevestigd. Niet vanwege zijn eerdere gouden medaille op de vijf kilometer, maar doordat zijn coach hem bij de tien kilometer de verkeerde baan in stuurde.
Beter kun je het niet treffen: dat het niet eens je eigen schuld is.
En dat je al die glorie zomaar in de schoot geworpen krijgt, zonder na afloop zwakbegaafd te moeten staan hossen in het Holland Heineken House.
Zelfs zonder het met Ria Visser te hoeven doen.
Of, nog erger, met Mart Smeets.

Tags: