gaat u dood? blijft u aan de lijn!
Maandag 31 Juli 2006 in categorie Amsterdam Centraal
Elke generatie zegt steevast dat vroeger alles beter was. Als dat waar zou zijn, zouden we inmiddels weer zijn afgezakt tot het peil van de holbewoner. Maar sommige dingen waren vroeger inderdaad beter. Zoals het directe contact met de huisarts. In de tijd dat huisarts nog een 'roeping' was.
Toen ik kind was hadden wij een huisdokter die vroeger legerarts was geweest. Dat had voor- en nadelen. Het voordeel was dat wanneer hij autoritair verklaarde dat je niks mankeerde, je blinde darm zich hevig geïntimideerd op slag rustig hield. Het nadeel was dat hij zich weinig moeite getroostte op de hoogte te blijven van de moderne medische stand van zaken. Mijn buurjongen bijvoorbeeld had van zijn jonge huisarts een fijne oranje pil gekregen tegen jeugdpuistjes. Die wilde ik ook wel, want hij werkte goed. Om in de concurrentieslag om de mooie meisjes niet op onnodige achterstand gezet te worden, vroeg ik mijn buurjongen zo'n pil te leen. Ik spoedde mij naar mijn oude huisdokter en vroeg om net zo'n pil. Gedurende vijf minuten staarde hij er gewichtig naar. Hij had geen idee wat 't was, maar vertrok geen spier. Voor de vorm bladerde hij nog wat door beduimelde compendia, op zoek naar oranje pillen. Bij de apotheek bleek later dat hij op het recept had geschreven mij een pil 'volgens bijgaand voorbeeld' te verstrekken.
De apotheker hief zijn handen in wanhopige verontwaardiging ten hemel.
Ik begreep toen dat ik niet de best bijgeschoolde huisarts van de stad had. Maar anderzijds stond hij altijd, maar dan ook altijd, midden in de nacht zonder mokken aan je bed als de buikkramp je teveel werd, de koorts te hoog opliep of de misselijkheid uit al je lichaamsopeningen spoot. Kom daar tegenwoordig nog eens om.
Mijn bejaarde buurvrouw kreeg vrijdagavond last van haar hart. Dokter bellen dus. Buiten kantooruren krijg je geen dokter, maar een bandje. Dat bandje vertelt dat je een ander nummer bellen moet. Dat nummer schrijf je op. Als je zo gauw een pen kunt vinden, anders moet je nogmaals bellen. Dat nummer is geloof ik van de noodarts. Als je het draait krijg je niet de noodarts, maar een keuzemenu: "Druk een 1 voor spoed, wacht anders tot u een van onze medewerkers aan de lijn krijgt."
Ik twijfelde. Hoe levensbedreigend was de situatie? Buurvrouw zát nog overeind, maar die toestand kon letterlijk elk moment omslaan.
Het keuzemenu hield niet van twijfelen en besliste kordaat voor mij: "Al onze medewerkers zijn in gesprek. Blijft u aan de lijn..."
Zodoende kreeg ik tijd om geërgerd te bedenken dat je mensen niet voor een keuze moet stellen op het moment dat zij dringend een dokter nodig hebben. Immers, als het niet dringend is, bel je niet 's avonds.
Het bandje beval mij om het verzekeringspasje bij de hand te hebben. Inderdaad, een goed moment om het met je benauwde halfverdwaasde buurvrouw eens over haar verzekeringspasje te gaan hebben.
"Weet je wel hoeveel handtassen ik daarvoor moet doorspitten?" brulde ik gefrustreerd tegen het bandje.
Ik kreeg een receptioniste aan de lijn. Die hoorde beleefd de klacht aan en wist daar wel raad mee: zij ging alle gegevens noteren. Na vijf minuten verbond zij mij door met een bijna onverstaanbaar zacht pratend iemand waarvan ik aannam dat het een arts was. Deze patiëntenfluisteraar wilde de buurvrouw zelf aan de lijn. Dat trof, die leefde nog en kon zelfs nog net opnieuw de symptomen hijgend opsommen.
Uiteindelijk werd medegedeeld dat er binnen het uur een dokter zou komen.
Een dokter en zijn chauffeur annex bodyguard arriveerden binnen twintig minuten. Het was de angina pectoris die weer opspeelde bij de buurvrouw, constateerde hij. Hij zou wat andere medicijnen voorschrijven. Die kon ik in de apotheek van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis gaan ophalen. Dokter met lijfwachtchauffeur weer weg. Ik ook op weg naar de apotheek. Vriendelijke mensen daar, maar de betreffende medicijnen hadden ze niet. Daarvoor moest ik naar een échte apotheek, de dichtstbijzijnde apotheek die dienst had.
Dat 'dichtstbijzijnd' is een rekbaar begrip. Ik bevond mij in Amsterdam Slotervaart en kon kiezen uit de Damstraat, Amstelveen, Zuid-Oost of Landsmeer. Lekker om de hoek dus, vooral voor zieke bejaarden die géén buurman hebben om hun pilletjes op te halen.
Gelukkig kwam het allemaal zover niet. Na vijftig minuten wachten was er met de dokter heen en weer gebeld en tot een ander medicijn besloten. Hier kwam ik goed weg, echter niet nadat het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis mij drie euro voor een uurtje parkeergarage uit de zak had geklopt. Kandidaat voor de klantvriendelijkheidsprijs, want andere ziekenhuizen zijn zo truttig om het eerste uurtje gratis te doen.
De buurvrouw krijgt inmiddels weer wat praatjes, dus dat gaat de goede kant uit. Ik denk met weemoed terug aan de oude voormalige legerarts. Die zou het hart van de buurvrouw simpelweg bevolen hebben weer in het gelid te marcheren. Zelfs zonder naar haar verzekeringspasje te vragen. Ook weer opgelost. Daarop zou hij zelfverzekerd zijn vertrokken, de buurvrouw geheel genezen en gerustgesteld achterlatend.
Zie je wel? Vroeger was alles beter!
Tweet |