water en vuurwerk
Zondag 09 Januari 2005 in categorie Klein Proza
Het tuincentrum is overvol, er is geen doorkomen meer aan. Uitgerekend wanneer ik een kerstboom wil kopen, komen duizenden andere mensen op hetzelfde idee. Dat soort dingen gebeurt veel te vaak naar mijn zin.
Als ik naar het plein wandel om daar rustig op een bankje te gaan zitten, blijkt daar een braderie aan de gang. Of soms besluit ik een stukje te gaan fietsen. Aan het eind van de straat kan ik meteen weer rechtsomkeert, omdat de hele stad geblokkeerd is door een marathon, een wielerkoers of een bloemencorso.
Altijd loopt er wel een meute in de weg die mijn voornemens dwarsboomt. Ik haat dat.
Gisteren was de maat vol. Ik moest een stekkertje hebben. Het oude stekkertje was stuk. Gauw even een nieuw exemplaar bij de elektriciteitswinkel halen, dacht ik. Maar dat ging zo maar niet! Het was namelijk de laatste week van het jaar en de elektriciteitsboer had besloten dat er in deze periode meer handel zat in vuurwerk dan in stekkertjes. En ja hoor, tot in de verre omtrek werd de winkel aan het zicht onttrokken door een menigte die zijn zinnen had gezet op superkanonslagen, knalstuntpakketten, lichtkogels en starburst rockets. Geen stekkertjes.
Aan de andere kant van de wereld waren intussen miljoenen mensen tegelijk het slachtoffer geworden van misschien wel de grootste natuurramp uit de geschiedenis. Dat heb ik de wachtende vuurwerkkopers flink ingepeperd. Ik hield een zedenpreek waar Calvijn postuum scheve ogen van kreeg. Een schande dat zij hun geld verspilden aan vuurwerk, terwijl de mensen in Azië zaten te springen om hulp!
Uiteraard droop iedereen meteen beschaamd af naar huis en maakte z’n vuurwerkbudget over op de girorekening van de samenwerkende hulporganisaties. Zo was ik toch nog snel aan de beurt.
De vuurwerkverkoper keek mij nijdig aan. Er was nog maar één klant en dat was ik. Heeft u een stekkertje voor mij? Nee, voor straf kreeg ik geen stekkertje. Dat geld moest ik nu óók maar gaan overmaken aan de slachtoffers van de tsunami in Azië, vond hij.
Ja, zo fantaseert een mens wat af wanneer hij onverrichter zake huiswaarts moet gaan. Want zijn medeburgers hebben behoefte om voor een slordige vijftig miljoen aan vuurwerk de lucht in te jagen. Geld dat ze vandaag beter in het water hadden kunnen smijten, om zo te zeggen. Drie minuten stilte om twaalf uur, dat zou mooi geweest zijn.
Nr. 64 | publicatiedatum 1-1-2005 | vorige opspraak-columns
Tweet |