Wat is nou werk?

Zaterdag 27 September 2003 in categorie Politiek & Maatschappij

De inwoners van Nederland moeten aan het werk. Niet een beetje lummelen en lapzwansen in allerlei uitkeringen of pensioenregelingen. Nee, vooruit, aan de slag jullie! Want wie niet werkt zal niet eten, is het aloude Calvinistische motto.

Maar wat is eigenlijk 'werk'? Wie daar iets dieper over nadenkt moet haast wel tot de conclusie komen dat onze maatschappij een zeer bekrompen opvatting heeft over het begrip 'werk'. Werk is vooral werk als het geld oplevert. En hoe meer geld je ervoor vangt, des te meer wordt het als werk beschouwd. Je kunt jezelf nòg zo afbeulen in het huishouden, de kunst, de mantelzorg of het vrijwilligerswezen: zolang je geen loonstrook of winstcijfers kunt overleggen tel je niet mee.

“Werken is eigenlijk heel ouderwets.”

Dat is eigenlijk heel raar. Met name de overheid en het bedrijfsleven bepalen wat werk is. En daarmee is ook meteen je positie in de pikorde vastgelegd. Eén van de eerste vragen bij een kennismaking luidt altijd: "En wat doe jij?" Feitelijk informeert de persoon in kwestie dan of hij tegen je op moet zien of op je neer mag kijken. Heel veel mensen voelen zich dan in een netelige situatie gebracht. Immers, het blijkt in de praktijk toch wat lastig scoren met zoiets als hopman bij de padvinderij, voorleesmoeder, grensrechter bij het pupillenvoetbal, spelleider bij het bejaardenbingo of enig ander belangrijk vrijwilligerswerk. Zelfs als je wél ergens op de loonlijst prijkt kan het nog nodig zijn om je bezigheid iets beter te verpakken. Zo kregen wij 'logistiek medewerkers' in plaats van magazijnbedienden, 'sales representatives' in plaats van vertegenwoordigers en 'consultants' voor degenen die eigenlijk al nooit wisten waar ze nou eigenlijk precies mee bezig waren.

Er lijkt geen enkele logica ten grondslag te liggen aan wat maatschappelijk relevant werk is en wat niet. Zo vindt de overheid blijkbaar ondermeer de volgende functies van voldoende nut om ze tot 'betaalde arbeid' te verklaren: een lakei die in apenpak naast een gouden koets voortsjokt, een Jan of Sjaan Soldaat die alleen beweegt om een geweer te presenteren, een sergeant die bralt dát ze dat geweer moeten presenteren, de lieden die rode lopers uitleggen, de bode die het waterglaasje op het spreekgestoelte bijvult, de dame in de Ridderzaal die in operettekostuum een opstel van een andere schertsfiguur voorleest en daarin onder andere aankondigt dat wij moeten werken en dat een heleboel subsidies worden ingetrokken.

Ja, dat soort beroepen is natuurlijk allemaal véél belangrijker dan het werk van maatschappelijke, culturele en sportieve organisaties! Daar gaan we natuurlijk geen geld meer aan besteden! Die moeten niet langer meer hun hand maar hun eigen broek ophouden. Dus wèg met die overheidsbijdragen!
 
Waarom worden dergelijke subsidies eigenlijk als een soort cadeautje gezien en niet gewoon als verschuldigde betaling voor al het maatschappelijk belangrijke werk dat al die instellingen doen? Waarom is het speculeren op aandelenmarkten wèl werk en het kunstenaarschap niet? Waarom moeten wij financieel wèl stilstaan bij het werk aan de weg en niet bij het werk aan de natuur? Waarom is het helpen van Amerikanen in Irak wèl betaald werk en het helpen van je bejaarde moeder niet?
 
In tegenstelling tot de Calvinisten hebben de Roomsen het beter bekeken. De eerste vraag uit de catechismus luidt: "Waartoe zijn wij op aarde?" Antwoord: "Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en hiernamaals gelukkig te zijn."
 
Even los van de vraag of het dienen van God moet worden aangemerkt als 'werk', komen we hiermee toch tot de kern van de zaak: waarom moeten wij zonodig werken? Wij zijn één van de rijkste landen ter wereld en dus is het eigenlijk raar en behoorlijk ouderwets dat werken het belangrijkste middel is om in ons levensonderhoud te voorzien. Wij doen er beter aan om onze energie en vindingrijkheid te steken in uitvindingen die het mogelijk maken zoveel mogelijk op onze lauweren te rusten en ons bezig te houden met de dingen die ons écht gelukkig maken. Is het niet voor onszelf, dan toch voor onze kinderen. Want we mogen toekomstige generaties natuurlijk niet opzadelen met de lasten van nu.
 
Eigenlijk heb ik het veel te druk om te werken.