De verschrikkingen van het snurken
Donderdag 15 Mei 2003 in categorie Waargebeurde verzinsels
"Je snurkt," stelde mijn vriendin vast bij het wakker worden, maar dan op zo'n verwijtende toon, alsof ik wederom de geluidsnormen van Schiphol tijdens de nachtelijke uren had overtreden.
"Ik snurk niet! Ik heb niks gehoord!"
"Je snurkt wél!" vielen de buren aan de overkant van de straat haar in koor bij. O, vandáár dat iedereen ineens op z'n balkon stond!
Ik legde mij neer bij dit meerderheidsstandpunt.
"Dan moet je even mijn neus dichtknijpen, dan stopt het, zeggen ze..."
De volgende dag werd ik wakker met een wasknijper op mijn neus en waren mijn neusvleugels verkleefd met mijn neustussenschot. Ik klonk nog urenlang nasaal.
"Praat nú maar weer gewoon," zei mijn vriendin, die vond dat ik mij aanstelde.
"Geef me dán maar een por dan als je er last van hebt..."
Zoals ik had kunnen verwachten zit ik inmiddels ónder de blauwe plekken. Mijn vrienden denken dat ik het slachtoffer ben van huiselijk geweld. En strikt genomen is dat ook zo, hoewel ik daar zelf wel aanleiding toe geef natuurlijk.
Ik suggereerde een volgend alternatief.
"Misschien moet je me op mijn zij draaien, dat schijnt óók te helpen!"
Bij het eerste ochtendgloren ontwaakte ik op de vloer bij het nachtkastje. Over de rand van het bed keek mijn vriendin op mij neer:
"Je snurkt!"
Buiten in het ochtendzonnetje gingen ondertussen enkele plantsoenwerkers opgewekt met gemotoriseerde heggenscharen, grasmaaiers en bladblazers aan de gang. Dat was minder verstandig, gezien de prikkelbare gemoedstoestand waarin mijn vriendin door slaapgebrek verkeerde. Zij stormde getergd naar beneden. Ik heb niet gekeken, want ik houd niet van horrorfilms. Maar alle buren aan de overkant stonden weer op hun balkon en hebben genoten.
Arme plantsoenwerkers. Toch tragisch om zo te worden afgeslacht met je eigen tuingereedschap...
Mijn vriendin kwam weer boven, waste even fluks haar handen en zei terloops tegen mij: "Kortom, je bént gewaarschuwd!" Buiten landde de traumahelicopter.
Terwille van mijn eigen veiligheid restte mij niets anders dan mijn dag- en nachtritme om te keren. Overdag slapen, 's nachts werken.
Dat beviel goed. Af en toe ging ik 's nachts voorzichtig bij haar kijken. Wat een schat was het toch als ze sliep!
Er was echter één klein dingetje dat me niet helemaal lekker zat. Ik schudde haar zachtjes wakker.
"Wah?" vroeg zij slaapdronken.
"Je snurkt."
Tweet |