Broederliefde

Maandag 21 Oktober 2002 in categorie Lijf en ledematen, Persoonlijke notities

De vriend die ik als een broer beschouw is plotseling opgenomen in het hospitaal met een heel foute ziekte. Dermate fout dat hij daar binnen kortere of langere tijd aan doodgaat. Maar hoe dan ook te kort om zijn langste tijd al gehad te hebben.
Zo'n onheilstijding komt altijd overwacht en op het verkeerde tijdstip. Heel verkeerd is bijvoorbeeld het ogenblik van wakker gebeld worden op de vroege ochtend van mijn verjaardag. Maar ach, voor dit soort berichten is er nooit een goed moment, dus dan kan het evengoed maar gebeuren wanneer ik tegen mezelf net 'langzallieleven' lig te dromen. Misschien helpt het voor hém ook nog wat, bij nader inzien...

Deze morgen ben ik direct gaan kijken hoe hij er bijligt, mijn broer. Z'n eerste stralingsbombardement kreeg hij met spoed dit weekend al, want er dreigt een hoge dwarslaesie. Ik betreed zaal 2B36 en zie dat hij gelukkig nog monter uit de ogen kijkt, zeker gezien de omstandigheden.

"Dat heb je weer lekker getimed, lul!" zeg ik liefdevol tegen hem. Want zo kunnen wij met elkaar praten, altijd. Ik weet dat hij begrijpt dat in zo'n voor buitenstaanders harteloze zin al mijn angst en ongerustheid ligt besloten. Mijn broer en ik verpakken onze bezweringsformules in harde humortaal. Hij is nog erger dan ik, want hij is het grootste deel van zijn leven al invalide door de psoriasis en rheumatische artritis. Om zoiets te verdragen heeft hij zich het pantser van cynisme moeten aanmeten tegenover het leven en het functioneren van zijn lijf.

Mijn broer en ik hebben allebei geen broers, alleen maar zusters. Daarom hebben wij al jaren geleden besloten elkaars broer te zijn. Mijn moeder reageerde zeer begrijpend en zei alleen maar: "O, da's mooi."
Wij verdroegen elkaars eindeloze gezeik over ontspoorde liefdes, gedonder op het werk en de toestand in de wereld. We wierpen elkaar het touw toe wanneer één van ons zich in de put bevond.

Na krap drie kwartier zeg hij: "Donder nou maar weer op, want ik ben moe."
En ik ga, want ik laat hem toch niet alleen, dat weet hij. Dit keer zal ik een heel lang en stevig touw moeten zoeken, vrees ik...

Kun je de dood op afstand houden met voldoende medeleven?