Het pre-Ikea tijdperk
Dinsdag 16 Januari 2007 in categorie Beeld en Geluid, Flashback verhalen, Beeld en Geluid
Héél lang geleden jongens en meisjes, had mijn oom Jacobus eens een stellingkast gekocht. Dat was een moderne, maar ook moedige aanschaf, want je moest hem namelijk helemaal zelf assembleren. En let wel, ik spreek hier over het pre-Ikea tijdperk!
Ik was toen nog een jongeling die de lamlendigheid van de puberteit nog maar nauwelijks was ontgroeid. Bij deze leeftijd horen zoals bekend de typische symptomen van algehele malaise, spierzwakte en chronische tegenzin. Maar mijn oom weigerde daar begrip voor te hebben. Hij gebood mij te komen helpen bij het monteren van de stellingkast.
Ik pakte mijn brommer en reed sloom naar zijn huis. Dat werd weer een middagje bekvechten tussen de generaties!
Oom Jacobus stond beslist niet toe dat zijn naam werd ingekort tot Ko of Jacob. Geen nood, er bleven genoeg andere dingen over om hem op de kast te krijgen. Bij voorkeur natuurlijk op z'n eigen vermaledijde stellingkast, maar die moesten we eerst nog in elkaar zien te krijgen.
Ik trof hem in het halletje van zijn woning, dat vol stond met planken van bruin gefineerd spaanplaat. Ongeduldig tuurde hij foeterend en tierend op de montagetekening. Logisch, want in die tijd was de consument nog niet gewend om zelf zijn meubels in elkaar te moeten zetten.
Of ik niet wat vroeger had kunnen komen, grauwde hij. Ik zei maar niet dat het me juist wel slim had geleken om zo laat mogelijk te komen opdagen. Wie weet had hij dan al zonder mijn hulp het karwei geklaard. Ik had beter kunnen weten, want zo handig was mijn oom Jacobus niet.
Volgens de mode van die jaren maakte hij mij uit voor 'langharig werkschuw tuig'. Ik moest uitkijken dat ik niet zo'n luie uitkeringstrekker werd die de hele dag maar op z'n bed lag te ruften en meer van dat rechtse gebral. Het arbeidsethos van oom Jacobus was geheel conform de in mijn ogen bekrompen opvattingen van de na-oorlogse opbouwgeneratie.
Tijdens het construeren van de stellingkast kon ik niet nalaten tegen te werpen: "Als mensen niet willen werken moet je ze niet dwingen..."
Hierop ontstak mijn oom in een briesende tirade over werklozen, arbeidsongeschikten, uitvreters en andere klaplopers die teerden op 'zijn' belastingcenten.
"Al die asocialen moeten verplicht aan het werk! Dat zal ze leren! Hard afknijpen die handel! Allemaal naar werkkampen! Arbeitseinsatz desnoods! Ja, daar wisten die moffen wel raad mee! Arbeit macht... Au, sodeju nogantoe! Kun je verdomme niet uit je doppen kijken?" onderbrak hij plotseling zichzelf, terwijl hij spugend in mijn richting vloekte.
Vlak voordat het niveau van zijn betoog het absolute dieptepunt dreigde te bereiken had het mij namelijk verstandig geleken om hem per ongeluk de punt van zo'n stuk bruingefineerd spaanplaat tegen z'n knie te stoten.
Terwijl de tranen hem in de ogen sprongen draaide hij zich hinkend van mij af en zocht ter camouflage ineens ijverig naar een schroefje in het bijgeleverde zakje montagemateriaal
"Kijk, als mensen niet willen werken heb je daar toch niets aan," wierp ik tegen, van de gelegenheid gebruikmakend dat mijn oom stond te krimpen van de pijn. Voorlopig was hij nog onmachtig om weerwerk te bieden.
Ik voelde me lekker op dreef komen en vervolgde boosaardig : "Zul je net zien, als je zo'n figuur verplicht aan het werk zet is dat uitgerekend de man die op de meubelfabriek dat ene schroefje te weinig in het zakje doet. Gewoon uit pure onverschilligheid. Want er zitten héél vaak niet genoeg schroefjes in zo'n zakje. En als je dan thuis een stellingkast in elkaar zet, kom je bij wijze van spreken die vent weer tegen. Schroefje tekort! En wie moet er dan weer terug naar de meubelwinkel? Ja, precies: ome Ko!"
"Jacobus!" knarste mijn oom protesterend tussen zijn tanden door. Zo te horen leed hij nog steeds verschrikkelijk.
Meedogenloos ging ik verder: "Dus wat kost zo'n man de maatschappij wel niet? Al die extra tijd en moeite voor één ontbrekend schroefje! Want die fabriek staat natuurlijk ergens in Brabant. Daar gaan weken overheen voordat je dat schroefje eindelijk hebt. En dan heb ik het nog niet over alle bijkomende administratie en correspondentie. Dat is om gek van te worden. Nee, ik zou zeggen: laat hem dán maar lekker thuis zitten met z'n uitkering, dan hebben wij er tenminste geen last van! Kunt u me nog zo'n moertje uit dat zakje geven?"
Dit was het moment waarop mijn oom Jacobus capituleerde. Hij sprak met brekende stem de gedenkwaardige woorden: "De moertjes zijn op! Die godverdomde kleremoertjes zijn allemaal op! Als ik die vuile saboteur in mijn klauwen krijg!"
De Avonden, het cultureel radioprogramma van de VPRO.
Dit verhaal is uitgezonden op woensdag 17 januari 2006.
Aflevering gemist? Alle Radiologs kunt u als audiostream terugluisteren in de rechterkolom onder de kop 'Verbal Jam op de radio'.
Klik hier voor de inhoud van De Avonden van woensdag 17 januari.
Het programma De Avonden is te ontvangen via de Concertzender op de kabel, met DAB-radio en als live stream op internet.
Tweet |