het kerkhof van de kibboets
Donderdag 09 Maart 2006 in categorie Israël en het Midden-Oosten
Ik dwaal naar de stilte van de begraafplaats, onderaan de berg, aan de rand van de kibboets. Want ondanks zijn zwijgzaamheid heeft een begraafplaats veel te vertellen. Zeker in dit land. Hier ligt het verleden van de kleine gemeenschap, niet veel ouder dan een halve eeuw. Vrijwel iedereen die hier in de ruige grond rust heeft elkaar nog gekend.
Ik ga er binnen via het pad aan de achterkant. Onder de vele bomen liggen de graven in rechthoekige vakken gerangschikt. Ze zijn eenvoudig, met een betonnen zerk. Ze onderscheiden zich slechts door namen, data, foto's en bakjes met bloemen. Verder is iedereen gelijk.
De oorlog en de vrede, ze hebben hier allebei uiteindelijk hun rust gevonden, soms zelfs tezamen in één graf. Zoals bij grootvader Ben-Zion. Tegen zijn zerk leunt nog een extra steen met een tekst over het leed van lang geleden: 'Ter nagedachtenis aan zijn ouders en zijn broers Salomon en Mordechai, die door de Litouwers zijn vermoord in de Holocaust.' Even verderop ligt Hannah. Ik heb haar één keer ontmoet, een paar jaar terug. De oude vrouw had niet vaker nodig om indruk te maken. Bij de begroeting greep zij met haar ene hand de mijne vast, met de andere streek zij tegelijk zachtjes en liefdevol over mijn onderarm. Ze zei iets tegen mij, maar ik begreep haar niet. De woorden in een vreemde taal waren op dat moment van ondergeschikt belang. Mijn zintuigen werden in beslag genomen door haar simpele, vanzelfsprekende streling van de huid op mijn arm.
Sommige mensen hebben dat, een aanraking die je hele lichaam en ziel met geborgenheid vervult. Ze laten je in verwondering achter, je vraagt je af waardoor dat komt. Hebben zij dit van nature? Of kan deze zachtaardigheid alleen worden geboren uit de ervaring van een diep en lang ervaren lijden? In het geval Hannah sluit ik dat niet uit. Ik zie nog de tatoeage met het nummer op haar eigen onderarm. Hoe vaak zal zij die in dat barre en nauwelijks voorstelbare verleden hebben gestreeld om zichzelf gerust te stellen?
Volgens de gewoonte, maar ook omdat ik dat zelf beslist wil, zoek ik op de grond naast het pad naar een kleine losse steen. Hij moet mooi zijn. Ik leg die op haar graf.
Ik wandel langs het groene grasveld met aan de rand het monument van ruwe vlakke stenen, gestapeld tot een muur. Hier liggen de soldaten, allemaal uit deze kibboets. De meesten zijn jong, sommigen wat ouder, maar allemaal té jong. Ze liggen in de grond waarvoor ze sneuvelden, het eeuwenlang betwiste land. Hun graven worden consciëntieus en met eerbied verzorgd. Dit is de plek waar je stilstaat bij de oorlog. Onder de eeuwige kalmte van de lage berg die boven de kibboets uit rijst lijkt de waanzin ver weg.
Van onder de bomen vandaan loop ik het licht in. Ik ben nu bij het begin van de begraafplaats. Ik zie het marmeren gedenkteken, met aan de voet vijf graven die zijn aaneengesmeed tot één enkel graf. Ik lees de namen. Een jong echtpaar van net dertig, twee peuters van slechts enkele jaren oud, een schoonmoeder. Eén familie. De sterfdatums zijn hetzelfde, nog niet zo lang geleden. Ik zucht. Ik sta voor een bomaanslag. Was heel de wereld maar zo zacht als Hannah.
Tweet |