de edelachtbare

Dinsdag 03 Januari 2006 in categorie Gozertje

Herinnert u zich dat bijdehante kleine jochie nog? Ons Gozertje? Nou ja, klein, hij is inmiddels alweer een jaar ouder en heeft eindelijk weer wat geschreven! Dat werd tijd. Zijn andere verhalen staan hier.

Mijn vriendje Tim vroeg of hij in deze vakantie nou eens een keertje bij mij mocht komen logeren. Hij verveelt zich natuurlijk. Hij en z'n ouders zijn vorig jaar naar Groningen verhuisd. Naar zo'n grote boerderij met heel veel plat land eromheen. Geeneens koeien op die boerderij. Ze hebben 'm verbouwd om in te wonen. Geen reet an dus.
Die ouders van hem zijn hartstikke rijk. Zijn moeder is rechter en z'n vader is professor in iets moeilijks.
Tim zegt voor de gein altijd 'edelachtbare' tegen z'n moeder als ze aan tafel zitten. Dat moet je namelijk altijd tegen een rechter zeggen: edelachtbare.
"Mag ik effe de hagelslag, edelachtbare?" Maar dat zie ik dus helemaal niet zitten, dat Tim bij ons komt logeren. Ik ga jullie vertellen waarom.
In de zomervakantie heb ik namelijk bij Tim gelogeerd. Hij heeft een hele grote kamer op de zolder. En veel gaaf speelgoed. Ja, je moet toch wát in die negorij.
Zo noemt mijn vader dat: die negorij. Geen idee wat dat is. Volgens mij zijn d'r helemaal nauwelijks negers in Groningen. Het klinkt in ieder geval niet best.
En het spookt daar.

Overdag viel 't nog wel mee. Maar 's nachts was 't helemaal niks. We lagen dan samen op Tim z'n kamer in bed. Stil daaro, jongen! Hartstikke stil! Ik kon er niet van slapen gewoon. En stikdonker. Het maakte geen moer uit of ik m'n ogen nou open of dicht had. Ik zag he-le-maal niks! Je zou zó denken dat je blind was.

Nou en toen begon het. Tim lag natuurlijk gewoon lekker te pitten. Die is die klerestilte gewend. Ineens hoorde ik allerlei eng gerommel boven me. Er zat iemand op het dak! Ik schrok me het lazerus.
Ik riep Tim, maar die lul wou eerst niet wakker worden. Ik gooide m'n kussen naar de hoek waar ie ergens moest liggen. Helemaal mis, want ik hoorde een vette plons. Daar stond dus z'n aquarium. Kussen zeiknat. Maar goed, de vissen waren wakker en Tim eindelijk ook.
"Dat zijn de spreeuwen onder de dakpannen," zei Tim. Hij draaide zich om en ging gewoon weer verder slapen.

Ik moest pissen. Maar ik durfde niet. Ik was bang dat ik in donker de weg niet terug kon vinden.
Een half uur later schrok ik me wéér wezenloos jongen! Christustepaard nogantoe, ik piste bijna in m'n bed!
Ergens aan de andere kant van 't huis klonk een vreselijk gekrijs! Echt niet normáál gewoon!
"Aaaaaaaah! Aaaaaaaah! Iiiiieeee! Eèèèèhaaaah!!!" En maar achter mekaar door! Als een varken dat geslacht gaat worden.
Dat waren dan vast en zeker de geesten van de varkens die hier vroeger woonden! Die kwamen spoken omdat Tim z'n ouders de boerderij hadden verbouwd! Als wraak dat ze nu dood en dakloos waren!

Tim sliep gewoon door. Ik wist nu waar ie ongeveer moest liggen en ik smeet m'n natte kussen weer zijn kant op. Dit keer meteen raak. Want zo'n zeiknatte bom werkt een stuk beter.
Ik riep tegen Tim: "Hoor je dat? Wat is dát nou weer voor dier?"
"O, dat is m'n moeder," zei Tim gapend, "Dat ken je toch wel? Dan zijn ze aan 't seksen!"
"Je bedoelt neuken?"
"Ja, neuken..."
"Moet dat zo'n teringherrie maken?"
"Waarom denk je dat we op het platteland zijn gaan wonen?"
Ik snapte het helemaal. In de stad zouden de buren meteen de politie bellen. Vooral als ze die edelachtbare zo tekeer hoorden gaan.
"Maar dat doen jouw ouders toch ook?" vroeg Tim.

Ik zei maar effe niks. Mijn ouders hoorde ik nóóit! Maar dat ging ik Tim natuurlijk niet aan z'n wijsneus hangen.
"Is dat nou veel werk, zo'n aquarium?" vroeg ik dus maar eens onnozel.
"Of neuken ze soms niet?"
Jammer, mislukt. Ik haalde m'n schouders op, maar dat zag ie in donker natuurlijk niet.
"Ik moet héél nodig pissen! Is hier boven ergens óók een wc?"

Mijn moeder vroeg deze week onder het eten: "Waarom wil je nou niet dat Tim hier eens komt logeren?"
Ik wist alleen maar een dom antwoord: "Jullie zijn altijd zo stil 's nachts!"
Daar begreep mijn moeder niks van.
Mijn vader ineens wèl. Hij kreeg tenminste zo'n vuile grijns op zijn gezicht. Want die heeft vorig jaar daar geholpen met de verbouwing. Hij is toen een nachtje overgebleven en heeft het dus vast óók gehoord!
"Oh, maak je maar geen zorgen! Als Tim hier is, dan blèren we wel wat!"
En toen vertrouwde mijn moeder het niet meer. Dus nou mag Tim lekker niet komen!

Tags: