de mevreer

Zondag 09 Oktober 2005 in categorie Observaties & Kritische beschouwingen

Voor mij in de winkelrij stond een dame van middelbare leeftijd. Zij had lang donker stijl haar, droeg een helder oranje gebloemd rokje tot op de knie en glanzende zwarte lakschoenen met witte sokjes. Plotseling draaide zij zich om en ik keek pardoes in het gezicht van een vent met een volle, grijzige baard. Maar goed dat ik als jongetje nooit heb geleerd hoe je een onthutst gilletje slaakt, anders had ik me dáár weer over moeten generen.

De mevrouw was een meneer, maar vond dat zelf blijkbaar niet. Het was een mevreer. Daar ben je niet op verdacht wanneer je argeloos achter iemand staat te wachten tot je aan de beurt bent. Fascinerend verwarrend! Hier is het menselijk herkenningsmechanisme helemaal niet op ingesteld! De eerste classificatie die het brein moet maken is het onderscheid tussen man en vrouw. Dat is zelden een probleem. De meeste vrouwen zijn vrouwen en de meeste mannen zijn mannen. Duidelijk als zodanig herkenbaar. Daarnaast heb je vrouwen die een man willen zijn en andersom. Maar ook zij communiceren tenminste hun keuze naar de buitenwereld via hun uiterlijk.
Voorts is er nog een categorie die 'gender-neutraal' is, maar zelfs deze groep manifesteert zich nog wel op een manier waarmee je uit de voeten kunt. 't Kan vriezen, 't kan dooien, maar vooruit, geen keuze is ook een keuze.

De mevreer tegenover mij wilde blijkbaar van twee walletjes eten, het beste dan wel slechtste van twee werelden. Ik keek even snel om mij heen en zag dat alle andere mensen óók even snel om zich heen keken. Iedereen keek naar alles, behalve naar de mevreer. Het aanwezig winkelpubliek en personeel raakte collectief in een staat van ontkenning. Opvallend veel mensen bestudeerden zachtjes fluitend de bijzondere karakteristieken van het systeemplafond. De ingrediëntenlijstjes op produktverpakkingen werden plotseling buitensporig intensief geraadpleegd. Twee Marokkaanse vakkenvullers werden acuut diep religieus en verdwenen ijlings naar achteren om zich ergens tussen de dozen inlegkruisjes en pannenkoekenmeel op de knieën richting Mekka te werpen. Velen voelden de noodzaak om hun schoenveters opnieuw te strikken. Het feit dat sommigen toevallig sandalen of instappers droegen bleek daarbij geen enkele belemmering. Gezichten stonden zonder uitzondering stoïcijns in de plooi. Alleen de kassascanner piepte vier keer zo snel als normaal. De mevreer moest duidelijk zo snel mogelijk worden weggeholpen.

Het is nu een week geleden, maar het voorval houdt mij nog steeds bezig. Had ik iets tegen de mevreer moeten zeggen? Had ik hem überhaupt durven aanspreken? Eigenlijk was dat wel nodig geweest. Al was het maar om hem te waarschuwen dat oranje hem niet stond en dat de roksplit van voren zat. Maar zoiets zeg je nu eenmaal niet tegen een wildvreemde...