de democratie verlept

Woensdag 06 Oktober 2004 in categorie Overpeinzingen & andere gedachten

De arrogante en laatdunkende reacties van de regering en de regeringspartijen op de grote demonstratie op 2 oktober tegen haar beleid, hebben bij mij serieus de vraag opgeworpen of in Nederland de democratie niet behoorlijk aan het verleppen is. Ik ben daar niet de enige in. Dinsdag vroeg ook SP-fractieleider Jan Marijnissen zich in de Kamer al openlijk af of hier nog sprake was van democratie. Eens denken...
De basiskenmerken van democratie zijn kort samengevat: weerspiegeling van de wil van het volk, het gezag komt van onderop, participatie van zoveel mogelijk mensen, gezagsdragers verantwoorden zich tegenover degenen die aan hun besluitvorming zijn onderworpen, vrije verkiezingen, vrijheid van vereniging en vergadering, vertegenwoordiging, vrijheid van meningsuiting, besluitvorming bij meerderheid van stemmen (Schuyt). Daarnaast is de scheiding der machten een onmisbare waarborg voor handhaving van de democratie: wetgevende macht, uitvoerende macht, rechterlijke macht.

verkeerde interpretatie
Met name aspecten als 'bij meerderheid van stemmen' en 'verantwoording aan degenen die aan de besluitvorming zijn onderworpen' zijn in de huidige praktijk van coalitievorming en torentjesoverleg nogal eens onderhevig aan (bewust?) verkeerde interpretatie. Immers, een democratie functioneert bij de gratie van het feit dat ook met de belangen van een minderheid rekening wordt gehouden. Dit stelt de minderheid in staat zich neer te leggen bij het meerderheidsbesluit. Wanneer dit niet of onvoldoende gebeurt ontstaat er een 'dictatuur van de meerderheid'. Dit lijkt in de huidige conflictsituatie tussen regering en 'minderheid' het geval te zijn.

in de hoek gezet
De parlementaire meerderheid waarop deze coalitie zich baseert mag mijns inziens niet gemakshalve worden vertaald als een meerderheid van de kiezers. Immers, theoretisch waren er bij de regeringsvorming na de verkiezingen verschillende 'meerderheden' mogelijk. Bij een tweepartijenstelsel was de zaak duidelijk geweest: de één wint en doet zijn zin, de ander verliest en schikt zich in z'n lot. Echter, bij een meerpartijenstelsel waarin men coalities moet vormen om tot een parlementaire meerderheid te komen, is het een democratische noodzaak en bijkans een morele plicht om ook rekening te houden met degenen die je door het vormen van die coalitie in de hoek van de minderheid hebt gezet.

onvermurwbaar
Van Aartsen
De regering Balkenende is deze nuance behoorlijk uit het oog verloren. Keihard en onvermurwbaar worden maatregelen doorgedrukt die niet kunnen rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak. Balkenende heeft zijn regering geformeerd op grond van de vraag: met welke partijen kan ik de veranderingen die ik voorsta bewerkstelligen? Hij vond daarvoor een parlementaire meerderheid. Maar vond hij daarvoor ook een maatschappelijke meerderheid? Het antwoord is blijkbaar nee. Tachtig procent van de bevolking zit zijn beleid blijkens opiniepeilingen niet zitten. Dat was ook te verwachten. Het CDA won bij de laatste verkiezingen, maar dat deden de Partij van de Arbeid en de Socialistische Partij eveneens. Daaruit mag worden opgemaakt dat de meerderheid van de kiezers een regering verwachtte van gematigd vooruitstrevende signatuur, met een sociaal beleid en met aandacht voor de zwakkeren in de samenleving.

toontje lager
Niettemin besloot Balkenende zijn coalitie te formeren op basis van wat je zou kunnen noemen 'aanvullende minderheden': één winnaar (hijzelf) en twee verliezers (VVD en D66). Het is allemaal mogelijk in dit staatsbestel, maar meer bescheidenheid en terughoudendheid zou de coalitiepartijen zondermeer passen. Hoog tijd voor lieden als Van Aartsen, Zalm, Verhagen en Brinkhorst om maar eens een fiks toontje lager te gaan zingen. Want als je echt de meerderheid vertegenwoordigt hoef je niet zo'n haast te maken met de afschaffing van dat referendum.