De nacht van jankman

Donderdag 02 September 2004 in categorie Klein Proza

Jankman had zich er vreselijk op verheugd: eindelijk weer eens naar de volkstuin om zich daar in alle rust in het tuinhuisje te kunnen aftrekken. Maar die vlieger ging niet op. Tot zijn verbijstering bleek hij daar ook nog drie huisdieren te hebben rondlopen die al drie weken geen eten hadden gehad. Een kat, een hond en een cavia. Het was overigens een godswonder dat de laatste zich aan de honger van zijn twee medebewoners had weten te onttrekken.

Het waterpeil in de polder stond hoog, merkte hij. Het water klotste over het terras. De nieuwe eigenaar van de polder had vergeten de bemaling aan te zetten. Lekker was dat, nu moest hij in allerijl aan de slag om het tuingereedschap in veiligheid te brengen. Gelukkig bleek het grootste deel daarvan al gejat tijdens zijn afwezigheid, dus dat scheelde weer. Hij zou niet hebben geweten waar hij al die troep zo ineens had moeten laten.

Het restant bracht hij naar zijn buurman Wietze verderop aan de dijk. Die had een grote schuur. Hij trof het niet. Wietze had een taakstraf wegens het stropen van vis en moest nu een week lang allerlei spullen in elkaar zetten, zoals stapelbedden en hapjespannen. Zijn schuur stond vol onderdelen. Wietze ruimde een plekje vrij, maar als tegenprestatie zag Jankman zich genoodzaakt hem te helpen bij het assembleren van de stapelbedden. De hapjespannen kon hij alleen wel af, verklaarde Wietze. Die deed hij in de avonduren.

Op de terugweg zag Jankman ineens dat het tuinhuis van Wim de Bie eveneens onder water stond. Gek, hij had nooit geweten dat die óók een volkstuin had! Niettemin waarschuwde hij hem en als dank kreeg hij een vrijkaartje voor diens show. Dat was makkelijk zat, bedacht Jankman achteraf, want Wim de Bie hád helemaal geen show. Desondanks ging hij er een week later toch heen. Tijdens de voorstelling werd hij opnieuw aan het werk gezet: patat bakken voor de hele zaal in een steelpannetje. Dat schoot natuurlijk niet op. Op het podium begonnen drie dichters blokfluit te spelen. Het nummer duurde maar tien seconden. Dat was wel een beetje kort, vond Jankman. Zelfs met een vrijkaartje voelt men zich in zo'n geval bekocht. Ineens schoten hem de huisdieren in gedachten. Had hij die nu eten gegeven of niet? Op de één of andere manier was hij ze tijdens het verloop van alle gebeurtenissen kwijtgeraakt.

Jankman had de dossiers over de begrotingsbehandeling nog voor zich op het dekbed liggen toen de wekkerradio hem wakkerbabbelde met het wereldleed. Hij schoot overeind en ging naar de douche. Daar waste hij de slaap uit z'n ogen, schoor zich en overwoog zich nog even af te trekken. Geen tijd. In plaats daarvan besloot hij zijn fractiemedewerker te bellen. Er stonden vandaag belangrijke dingen op de agenda en hij kon maar beter fit zijn.