nieuw geld

Zaterdag 15 November 2003 in categorie Klein Proza

Vorige week laadde ik mijn Chipknip op. Ik deed dit voor het eerst en had mij ferm voorgenomen deze moderne wijze van betalen nu eindelijk eens intensief te gaan gebruiken. De vele verschillende Euromunten werden mij namelijk te zwaar en zonder leesbril te onherkenbaar

Ik heb in den beginne eerlijk mijn best gedaan mij aan te passen aan de Euro, maar ik trek het gewoon niet meer. Niet te geloven welk een hoeveelheid metaal een mens met zich mee torst sinds de introductie van dit nieuwe geld. Tegen beter weten in heb ik nog een tijdje aangemodderd met een quasi-handig munthoudertje van Blokker.
In het houdertje pasten van elke munttype zes exemplaren. Samen waren dat 48 munten die bij elkaar 23,28 Euro waard zijn en op een ongeijkt keukenweegschaaltje 261 gram wegen.
Aangezien middenstanders altijd schijnheilig doen met prijzen als 1,98 krijg je doorgaans meer metaal retour dan papier. Ik was al spoedig genoodzaakt nogmaals langs de Blokker te gaan en een extra houdertje te kopen. Na een rondje boodschappen kwam ik met pakweg een pond Euri thuis.

Die nieuwe Euromuntjes waren het levenswerk van Wim Duisenberg. Ik zie hem nog apetrots dat eerste gratis setje uitdelen. Of was dat Wellink? Nu ja, beleefdheidshalve heb ik in elk geval maar gewacht tot Wim weg was bij de Europese Centrale Bank. Daarna was het subiet afgelopen met mijn consideratie voor hem en zijn muntjes en ging ik met mijn Chipknip naar een oplaadpunt. Stiekem voerde ik het kaartje twintig Euro's. Althans, dit neem ik dan maar aan, want elektronisch betalingsverkeer doet een sterk beroep op je goedgelovigheid en je vertrouwen in de medemens. Ik moest mijn pincode en een bedrag intoetsen. Het schermpje verzekerde mij daarna dat alles dik in orde was. Maar aan het plastic kaartje was verder niks te zien.

In een parkeergarage gaf ik mijn eerste virtuele geld uit. Een barse automaat slikte hebberig mijn Chipknipje in. Rien ne va plus! Hij ging het belachelijk hoge bedrag van zes euro vijftig van mijn kaartje grissen. De afzetter! En pingelen was er ook al niet bij. Ik had geen keus, het was het losgeld voor mijn auto.

Zwetend wachtte ik het resultaat van de transactie af. Zou ik mijn Chipknip nog wel terugkrijgen? Werd er alleen het verschuldigde bedrag afgehaald of stak die elektronische beurzensnijder maar dadelijk het hele saldo in z'n zak? Ja, je weet het niet tegenwoordig... Het was tenslotte een parkeergarage. In politieseries is dat de standaardlocatie voor zogeheten 'rip deals', waarbij één van de partijen wèl het geld inpikt, maar niet afkomt met de 'merchandise'.

Het liep allemaal goed af voor zover ik het nu kan overzien. Ik kreeg mijn plastic betaalmiddel weer door de gleuf aangereikt. Ik mocht de parkeergarage uit. Mijn Chipknip weegt zelfs nog net zoveel als vóór de betaling, te weten vijf gram. Toch zal ik ongetwijfeld weer wat armer zijn. Mijn geld mag dan steeds meer ongrijpbaar worden, er zijn er genoeg die er met succes naar blijven graaien
verschenen in nieuwsbrief nr 131 van het literair tijdschrift OpSpraak

№ 08