De Kunst van het Rechtlijnig Fietsen

Zondag 20 April 2003 in categorie Klein Proza, Vertellingen

Voor het oog van mijn fantasie strekt zich een witte vlakte uit. Door de bijna smetteloze sneeuw loopt een dun, enkelvoudig bandenspoor recht naar de horizon. Kenners weten dan: hier passeerde de man die de kunst van het rechtlijnig fietsen beheerst. Stabiel en altijd kalm, nooit een rimpeling in het gemoed die de handen mee doet trillen, het stuur lijkt vastgeroest. Rustig aan, dan breekt het lijntje niet. Dat moet een tekenaar zijn, want tekenaars houden van vloeiende, niet van gebroken lijnen.

De man die de kunst van het rechtlijnig fietsen beheerst fietst niet meer, want inmiddels is hij oud en stram. Zijn rechterbeen is niet langer in staat zich zwierig over het zadel te zwaaien om de man aldus het rijwiel te doen bestijgen. Maar vroeger, vroeger fietste hij elke dag naar zijn bestemming, in gelijkmatig tempo en vast op koers, zonder de geringste slingerbeweging. Het vlagerig dagelijks leven leek hem nooit uit zijn evenwicht te brengen. Behalve lang geleden, op een ijskoude vroege morgen in oktober. De winter was vroeg dat jaar...

Het bericht was gekomen uit de kraamkliniek. Een zoon, een eerste kind. Onverstoorbaar trok hij een warme jas aan, zette zijn hoed op, pakte zijn handschoenen en ging de trap af. Het was nog stil op straat. Buiten stond zijn statig herenrijwiel te kleumen tegen de gevel, onder het raam van de benedenburen. De wind schrijnde langs de onbedekte wangen. Hij legde zijn handschoenen op de bagagedrager, viste een klein sleuteltje uit zijn zak en haalde de fiets van het slot.

De man die de kunst van het rechtlijnig fietsen beheerste trapte zijn rijwiel bedaard van west naar oost, op weg naar de eerste aanblik van zijn pasgeboren zoon. Hij doorsneed gelijkmatig de felle kou en nam niet eens de moeite de hardnekkige druppel van zijn neus te wissen. Bij de kraamkliniek aangekomen plaatste hij zijn fiets zorgvuldig tegen een boom. Toen hij het sleuteltje uit het fietsslot wilde halen zag hij dat zijn beide handschoenen nog immer op de bagagedrager lagen.

Sindsdien is hij waarlijk de man die de kunst van het rechtlijnig fietsen beheerst: uiterlijk onbewogen, niet de geringste slingering in zijn koers, slechts een paar vergeten handschoenen op de bagagedrager als stille, maar onmiskenbare getuigen van zijn innerlijke beroering. Mijn vader had zich verraden...

Tags: